Mijn levensverhaal

De beginperiode van mijn levensgeschiedenis staat in het teken van een katholieke opvoeding. Dit betekent dat op het moment dat ik geboren ben al vaststaat dat ik zondig ben. Het geeft reeds aan dat er iets structureel mis met me is. Maar algauw wordt mijn zieltje schoon gewassen door besprenkeling met doopwater. Mijn goddelijke leven kan een aanvang nemen. Mijn ouders maar ook de nonnen op de kleuterschool leren mij al vroeg dat ik gehoorzaam moet zijn. Ik ben zo'n voorbeeldig braaf kind dat als ik móet gaan biechten niet eens weet wat ik moet biechten. Waardoor ik vaak ter plekke gewoon iets verzin. Kortom ik doe als kind alles wat er van mij wordt verwacht. In de hoop daarvoor op een of ander manier beloond te worden. Ondertussen gaat mijn leven verder zonder dat er ingrijpende of dramatische gebeurtenissen plaatsvinden. Wel word ik nu regelmatig geconfronteerd met mijn altijd aardig willen zijn, zowel in werk-als in privé situaties. Hierdoor ga ik aldoor over mijn grenzen. Omdat ik me voortdurend aanpas, alles slik en moeilijk 'nee' kan zeggen, stel ik mezelf hoge eisen. Totdat ik op een dag instort, ik ben opgebrand. Mijn wereld staat op zijn kop. Ik heb het wel voelen aankomen maar me groot en flink gehouden, net zolang totdat ik er bijna bij neerviel.